Ga naar de inhoud

Japanse Wijnbes – Rubus Phoenicolasius

Op 2 november hebben we zo’n 100 stekjes van de Japanse wijnbes op Far Field gezet.

Vorige zomer mochten we ze voor de eerste keer gaan aanschouwen én proeven.

Onze kinderen hebben zich net niet ziek gegeten aan deze rode lekkernij!

We zijn ze gaan halen bij Hilde en haar man in Evergem (dankjulliewel!).

Japanse wijnbes – Rubus Phoenicolasius

 

Familie                                  Rosaceae (rozenfamilie)

Geslacht                                Rubus (braam, framboos,…)

Plantenlaag                           Klimplant/struik

Grootte                                  1,5 tot 3m hoog en tot 2 m breed

Teelt                                       groeit in de meeste soorten grond, heeft tweetal uur        zon nodig per dag om goeie vruchten te geven maar tolereert half-schaduw.

Bloeitijd                                mei – juni

Oogststijd                             half juli tot begin september

Gebruik                                 zoals bramen en frambozen

Kenmerken vruchten         als de besjes donkerrood zijn, zijn ze rijp. Ze smaken zacht zoet-zuur. Hoe donkerder de besjes, hoe zoeter.

Beetje kleiner dan frambozen, er zitten geen beestjes in.

Oogst en bewaren               worden met de hand geplukt, kleven een beetje aan je handen. In de koelkast paar dagen houdbaar. Bewaart een jaar als konfituur.

Culinair gebruik                  in dessertjes, pudding, coulis, cakes, smoothies, sapjes, cocktails…

Andere kwaliteiten             bijenplant, levert hout voor mulch of om te stoken, omheining/haag

Voortplanting                      Als takken de grond raken, nieuwe scheuten aan de wortels (loopt niet uit zoals framboos), wortelstekken, vanuit zaad

Onderhoud                           Best leiden en steunen.

Takken die vruchten gedragen hebben verhouten en gaan dood. Ze worden best gesnoeid

Nieuwe rozerode scheuten NIET snoeien, zij dragen het volgende jaar vruchten.

 

De Japanse wijnbes is een gemakkelijke, gezond groeiende struik. De bruinrode, stekelige twijgen zijn dicht bezet met roodachtige klierharen. De breed-eironde bladvorm is aan de onderzijde wit viltig behaard. De bloei van de struik is weinig indrukwekkend. De kleine, witte bloemen verschijnen in mei-juni aan de lange bloempluimen. De bloemschutblaadjes zijn tijdens de bloei groen van kleur. Later als de bes rijp is, zijn ze bruin-geel nog steeds aanwezig en goed herkenbaar. De schutblaadjes zitten vast aan de bloembodem, waarop de bes wordt gevormd.

De Japanse wijnbes moet door insecten worden bestoven. Kruisbestuiving is niet nodig. De Japanse wijnbes kent bijna geen ziekten.

De wijnbes groeit minder wild uit dan de rest van z’n familieleden en heeft niet van die akelige messcherpe stekels.

Met vrijwel alle grondsoorten neemt de wijnbes genoegen. Het best gedijt de plant op humeuze en kalkrijke gronden.

Omstreeks 1876 werd in Frankrijk voor het eerst een tot dan toe onbekende, op een braam lijkende struik ingevoerd uit het oosten van Azië, die de naam Japanse wijnbes kreeg.

Elk jaar worden nieuwe stengels uit wortelopslag gevormd. Alleen de tweejarige stengels dragen vrucht, waarna deze afsterven.

File:Japanse wijnbes rijpe vruchten.jpg

Het resultaat op Far Field.

Bronnen

Permacultuur Nederland

Wikipedia

Pfaf

Creating a forest Garden – Martin Crawford

en een schattig handgeschreven briefje met de ervaringen van jaren teelt van Hilde!

Te verkrijgen

Oa. Stekken op Far Field of via de Proeftuin in of Ecoflora in Halle of in reguliere tuincentra.